Verschil met de IJssel

Het verschil met de IJssel is, dat de Rijn gestuwd wordt, zoals bij Driel. De Rijn is bij Driel breed, er zijn zelfs zwak stromende stukken te vinden en dat ben ik in mijn omgeving van de IJssel nog niet tegengekomen. Er is veel privegebied, en de vissers die daar zitten, hebben van de eigenaren toestemming om daar te vissen.

De beschikbare plekken zijn net als op de IJssel op 1 hand te tellen. Maak voor jezelf een keus je hebt vervoer (een auto) en pak een kaart en een passer. Druk de punt van de passer in je woonplaats, maak een cirkel met de maximale afstand die je wilt maken en zoek binnen dat stuk je stukje Rijn op.

Hoe zoek ik mijn stek op

Zoals het algemene verhaal over riviervissen al aangeeft, gebruik ik heel veel kaarten, liefst ook waterkaarten van de ANWB. Deze zijn soms prijzig, maar waardevol. De kribben staan aangegeven en de bereikbaarheid van de (mogelijke) stekken. Weet je niet zeker of je het terrein mag betreden, benader altijd de boer die nabij woont. Hij kan je ongetwijfeld vertellen wiens land dat is, en of je het mag betreden. Doe je dat zonder te vragen, dan riskeer je een schot hagel of erger.

Het leuke van mijn verhaal is, dat ik het een en ander met elkaar combineer. Ik vraag of ik over dat terrein mag om foto's te maken, en als dat mag, vraag ik of hij bezwaar heeft als er vanaf een van de kribben (of er tussen in) gevist mag worden, ik nl hoe dan ook over zijn terrein. Is dat niet bezwaarlijk, dan neem ik een optie (opschrijven in je boekje!) op die stek, en ga eerst de boel verkennen. De stek met de beste mogelijkheden check ik door de stroming te bekijken en te controleren of mijn vermoeden juist is mbt de obstakels.

Obstakels herkennen

De obstakels zijn vaak goed te herkennen door de extra golfbewegingen die de stroming maakt. De obstakels zijn vaak brokken steen die meegevoerd zijn en van de krib afkomstig zijn. Zitten de obstakels tussen de kribben, dan heb je kans dat er een hele verzameling obstakels tussen de twee kribben zich opgehoopt hebben. Zijn het lange en ver uit elkaar staande kribben, dan kun je er op rekenen dat er vlak bij de kant tussen de twee kribben zich een of meerdere zandbanken gevormd hebben. Daarop heeft -uiteraard - weer de nodige steenstort zich gevestigd. Zulke plekken herbergen ook mosselbanken. Een natuurlijke voedselplaats dus, maar wel erg link.